CO₂-uitstoot door verbranding (fossiele) brandstoffen

Brandbare stoffen in het dagelijks leven bestaan uit moleculen met koolstofatomen C, waterstofatomen H en soms zuurstofatomen O, zo is suiker C12H22O11. Als de brandbare stof verbrandt, reageren de moleculen ervan met (lucht)zuurstof O₂. De in het molecuul aanwezige C-atomen reageren tot CO₂, de H-atomen tot H₂O.

Voorbeelden verbranding koolstofhoudende brandstoffen:

Verbranding “steenkool” C :

Verbranding waterstof H :

Verbranding “aardgas” CH₄ :

Verbranding “butaangas” C₄H₁₀ :

Verbranding “benzine” C8H18

Ook moleculen met C, H en O in plant en dier zijn brandbaar:

Verbranding glucose (druivensuiker) C₆H₁₂O₆ :

Verbranding “kristalsuiker” :

Scroll naar boven